Historische Vereniging Voorburg

 

De Historische Vereniging Voorburg is trots onderdeel vanELV logo logo rgb 001

programma sporen uit het oorlogsverleden

‘Trekken van Drees’ | Voorburg augustus 1947

1947 augustus Noodvoorziening ouderdomsuitkering
Meestal gaat het in deze rubriek over gebeurtenissen of personen in Voorburg, zoals die zoveel jaar terug in een krantenartikel terug te vinden waren. Soms echter, zoals deze maand, gaat het om een landelijke gebeurtenis, waar ook (veel) Voorburgers mee te maken kregen.

Nu 75 jaar geleden konden mensen van 65 jaar en ouder voor het eerst een beroep doen op de Nooduitkering Ouderdomsvoorziening. Daarmee werd een belangrijke oorzaak van armoede en behoeftige omstandigheden onder ouderen aangepakt. Tot dan toe moesten ouderen zelf voor hun inkomen zorgen. Als dat niet lukte, en dat was toch best vaak het geval, moesten familie, buren, kerken of gemeentelijke instanties te hulp schieten. Dat ging niet zelden mis, met als gevolg veel stille armoede. Het was de toenmalige minister van Sociale Zaken, Willem Drees, die voor deze Nooduitkering verantwoordelijk was. Deze Nooduitkering voorzag in een staatsuitkering aan ‘ouden van dagen’ zonder pensioen, in afwachting van een verplichte volksverzekering die alle burgers op leeftijd een basisinkomen zou verstrekken. Daarmee kreeg een belangrijke groep een basisinkomen om van te leven.

Deze Nooduitkering kwam mede tot stand op basis van ervaringen elders. Duitsland had al vanaf het einde van de 19e eeuw een pensioenvoorziening, die nauw samenhing met het eerder door arbeid verdiende inkomen. Als werkende betaalde men premies, waarvan de hoogte afhing van het inkomen. In de Tweede Wereldoorlog had Beveridge in Groot-Brittannië een pensioenvoorziening gecreëerd, waarbij iedereen voor een pensioen in aanmerking kwam, en waarbij iedereen via de belastingen een bijdrage leverde. In de uiteindelijke Algemene Ouderdomswet, die op 1 januari 1957 van start ging, zijn beide voorbeelden herkenbaar. De premies werden opgebracht door de werkenden, maar de gehele bevolking, met en zonder arbeidsverleden, ouder dan 65 jaar had recht op het staatspensioen. Alleen gehuwde vrouwen waren hiervan uitgezonderd, zij kregen geen zelfstandig recht op een uitkering. Hun uitkering was gekoppeld aan dat van hun echtgenoot. Pas veel later is dat aangepast.

Hoewel in 1957 minister van Sociale Zaken Ko Suurhoff verantwoordelijk was voor de AOW wet, is de AOW altijd verbonden gebleven met de persoon van Willem Drees. De noodwet en de AOW maakten hem populair. ‘Vadertje Drees’ werd hij in de volksmond genoemd.  En een dergelijk pensioen ontvangen stond ook bekend als ‘Trekken van Drees’.

Meestal gaat het in deze rubriek over gebeurtenissen of personen in Voorburg, zoals die zoveel jaar terug in een krantenartikel terug te vinden waren. Soms echter, zoals deze maand, gaat het om een landelijke gebeurtenis, waar ook (veel) Voorburgers mee te maken kregen.

Nu 75 jaar geleden konden mensen van 65 jaar en ouder voor het eerst een beroep doen op de Nooduitkering Ouderdomsvoorziening. Daarmee werd een belangrijke oorzaak van armoede en behoeftige omstandigheden onder ouderen aangepakt. Tot dan toe moesten ouderen zelf voor hun inkomen zorgen. Als dat niet lukte, en dat was toch best vaak het geval, moesten familie, buren, kerken of gemeentelijke instanties te hulp schieten. Dat ging niet zelden mis, met als gevolg veel stille armoede. Het was de toenmalige minister van Sociale Zaken, Willem Drees, die voor deze Nooduitkering verantwoordelijk was. Deze Nooduitkering voorzag in een staatsuitkering aan ‘ouden van dagen’ zonder pensioen, in afwachting van een verplichte volksverzekering die alle burgers op leeftijd een basisinkomen zou verstrekken. Daarmee kreeg een belangrijke groep een basisinkomen om van te leven.

Deze Nooduitkering kwam mede tot stand op basis van ervaringen elders. Duitsland had al vanaf het einde van de 19e eeuw een pensioenvoorziening, die nauw samenhing met het eerder door arbeid verdiende inkomen. Als werkende betaalde men premies, waarvan de hoogte afhing van het inkomen. In de Tweede Wereldoorlog had Beveridge in Groot-Brittannië een pensioenvoorziening gecreëerd, waarbij iedereen voor een pensioen in aanmerking kwam, en waarbij iedereen via de belastingen een bijdrage leverde. In de uiteindelijke Algemene Ouderdomswet, die op 1 januari 1957 van start ging, zijn beide voorbeelden herkenbaar. De premies werden opgebracht door de werkenden, maar de gehele bevolking, met en zonder arbeidsverleden, ouder dan 65 jaar had recht op het staatspensioen. Alleen gehuwde vrouwen waren hiervan uitgezonderd, zij kregen geen zelfstandig recht op een uitkering. Hun uitkering was gekoppeld aan dat van hun echtgenoot. Pas veel later is dat aangepast.

Hoewel in 1957 minister van Sociale Zaken Ko Suurhoff verantwoordelijk was voor de AOW wet, is de AOW altijd verbonden gebleven met de persoon van Willem Drees. De noodwet en de AOW maakten hem populair. ‘Vadertje Drees’ werd hij in de volksmond genoemd.  En een dergelijk pensioen ontvangen stond ook bekend als ‘Trekken van Drees’.

Statuten

 

Klik hier voor de statuten