Een volgende stap in de Nederlandse vliegtuigbouw? | 7 februari 1925
Er is tegenwoordig veel te doen om het aantal vluchten op Schiphol. Moet dat fors omlaag, een beetje omlaag, of toch nog verder omhoog. De politiek, media en actiegroepen zijn er maar druk mee. En dan komt daarbij nog het bericht dat vliegveld Lelystad, min of meer gereed maar nog niet in gebruik genomen, nu wellicht als nieuw vliegveld voor defensie gebruikt zal gaan worden…
Ook 100 jaar geleden was er volop aandacht voor hoe om te gaan met de groeiende luchtvaart. Dat een vliegveld voor vliegtuigen ook op passende afstand van de steden moest liggen, was ook toen al duidelijk. Een mogelijke oplossing om toch vanuit de steden zelf te vliegen zag men in de helikopter, in het toenmalig spraakgebruik aangeduid als helicoptére-vliegtuig. Een dergelijk toestel was in staat om verticaal op te stijgen en te landen, en had daardoor weinig ruimte nodig. Tal van bedrijven zagen hierin kansen, zoals Fokker, Pander, Werkspoor en andere bedrijven. Ook de Eerste Nederlandsche Kogellager- en Schroevenfabriek, in Voorburg beter bekend als ENKES, participeerde in een project om een Nederlandse helikopter te bouwen. Hier zouden de noodzakelijke tandraderen gefabriceerd worden. Opnieuw was een bedrijf in Voorburg zo nauw betrokken bij de stormachtige ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart. Overigens heeft dit veel belovende initiatief niet geresulteerd in een werkende helicopter van Nederlands fabrikaat.
(Haagsche Courant)