Smullen met Sint en Kerst | 4 december 1948
Tegenwoordig kun je in augustus al geconfronteerd worden met ‘overheerlijke’ aanbiedingen van grootgrutters, die dan al volop preluderen op de december-feestdagen. Snoepgoed zoals pepernoten, chocolade letters of banket, is dan al volop te krijgen. Maar ook andere feestartikelen zoals illegaal, zwaar vuurwerk is ’s zomers ook al ruim voorhanden.
Hoe anders was het 75 jaar geleden, toen ruim 3 jaar na de oorlog veel spullen nog ‘op de bon’ waren. Bijgaand bericht schetst de extra toewijzing van 130.000 kilo roomboter. Dat was mogelijk omdat consumenten steeds meer margarine gebruikten, en roomboter overbleef. Margarine was rond 1870 in Frankrijk ontwikkeld. Kort daarna werd in het Brabantse Oss voor het eerst in Nederland margarine geproduceerd door Jurgens en zijn directe concurrent Van den Bergh [later gingen zij samen in Unilever]. Goedkope margarine won snel marktaandeel, ten koste van de duurdere roomboter.
De voorkeur van de consument voor margarine, gaf de overheid in december 1948 de ruimte om banketbakkerijen in het Westen van het land een extra rantsoen roomboter toe te wijzen. Daarmee konden dan extra kerstkransen gebakken worden. Die extra toewijzing was niet onaanzienlijk voor de bakkers, namelijk gelijk aan datgene wat normalerwijze voor 4 weken beschikbaar kwam. Alleen bakkerijen in de grotere steden kwamen hiervoor in aanmerking.
Waar Voorburg haast altijd afstand hield tot Den Haag, kon het nu profiteren van de nabijheid van deze stad. Hopelijk heeft het de Voorburgers goed gesmaakt.
(Het Binnenhof)