Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Moritz Klein | Rotterdam | 28-10-1899 | Midd. Europa | 31-8-1943 | 43 | |||||
Rosetta Klein-Stad | Rotterdam | 18-09-1897 | Auschwitz | 8-10-1942 | 45 | |||||
Roedie David Klein | Den Haag | 20-11-1931 | Auschwitz | 8-10-1942 | 10 | |||||
Desirée Marie Klein | Den Haag | 23-9-1934 | Auschwitz | 8-10-1942 | 8 |
Moritz Klein trouwde in 1927 in Rotterdam met Rosetta Stad. Beiden waren Rotterdammers. Na hun trouwen is het echtpaar in Den Haag gaan wonen, Amalia van Solmsstraat 19. Daar zijn hun twee kinderen, Roedie en Desirée, geboren. In de lente van 1937 verhuist het gezin naar Voorburg en vestigt zich op de Tollenskade 35. Het Adresboek 1938/1939 geeft als beroep van Moritz: kantoorbediende. Volgens Joodsmonument.nl werkte hij ook als bakfietsknecht bij het Israëlische Oude mannen- en vrouwenhuis te Den Haag.
In de zomer van 1942 verbleef Moritz in het werkkamp Beugelen bij Staphorst, een vrijwel onbekend kamp van de Nederlandse Arbeidsdienst (NAD) met ongeveer 100 bedden. Vanuit Beugelen werd in het kader van de werkverschaffing het Staatsbos ontgonnen en aangelegd.
De Joodse arbeiders, die in 1942 in Beugelen waren ondergebracht, waren voornamelijk werklozen, afkomstig uit de regio Den Haag. In het begin kon iedereen vrij het kamp in en uit, maar allengs werd het regime steeds strenger en werd de arbeid steeds meer dwangarbeid.
In de vroege ochtend van 3 oktober 1942 werd het kamp, dat tot die datum onder Nederlands beheer stond, door Duitse soldaten ontruimd. De bewoners gingen te voet naar Meppel en vervolgens per trein naar Westerbork. Hen was wijsgemaakt dat in Westerbork gezinshereniging zou plaatsvinden. Inderdaad worden op die dag zowel Moritz als zijn vrouw en kinderen in Westerbork ingeschreven. Klaarblijkelijk zijn Rosetta, Roedie en Desirée eveneens op 3 oktober 1943 vanuit Voorburg naar Westerbork gebracht.
Later is gebleken dat alle Nederlandse werkkampen op 2 en 3 oktober 1942 zijn ontruimd en de bewoners naar Westerbork zijn gedeporteerd, waar ‘gezinshereniging’ plaats vond met familieleden die in hun woonplaats waren achtergebleven.
Na twee nachten Westerbork vertrekt het hele gezin Klein op 5 oktober 1942 naar Auschwitz.
Volgens een website van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork was dit ‘het meest verschrikkelijke’ transport vanuit Westerbork naar Auschwitz. Er moesten van de Duitse leiding in Berlijn tweeduizend Joden mee, maar dit aantal werd niet gehaald. De kampcommandant beval om twee- tot driehonderd net aangekomen vrouwen en kinderen meteen mee te sturen. Ze waren dezelfde ochtend in Westerbork gearriveerd om te worden herenigd met hun mannen en vaders.
Na aankomst in Auschwitz worden Rosetta en de kinderen direct vergast.
Een deel van de mannen is in Cosel uit de trein gehaald en daar tewerkgesteld. Wellicht behoorde ook Moritz tot deze groep. Hij overleed 10 maanden na zijn vrouw en kinderen in Midden-Europa.