Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Ferdinand Silberberg | Hohenlimburg | 08-03-1881 | Auschwitz | 12-10-1944 | 63 | |||||
Lilly Betty Silberberg-Schmitt | Frankfurt am Main | 14-02-1884 | Auschwitz | 12-10-1944 | 60 |
Ferdinand en Lilly woonden vanaf 1933 in Voorburg, Laan van Leeuwesteyn 90. Zij zijn in dat jaar vanuit Hanau in Duitsland gevlucht naar Nederland met hun 24-jarige zoon Richard Heinz (1909-1945). Na drie maanden Rotterdam vestigden zij zich in Voorburg.
Ferdinand begon in Den Haag een exportdrukkerij en papierfabriek.
In maart 1941 verhuisden ze noodgedwongen naar Gouda, omdat alle uit Duitsland gevluchte Joden de kuststrook hadden moeten verlaten.
Het echtpaar woonde nog anderhalf jaar in Gouda, Kattensingel 44B, voordat zij op 13 oktober 1942 op last van de Sicherheitspolizei (Sipo) door de Goudse politie werden gearresteerd en werden overgebracht naar Amsterdam. Op 22 oktober 1942 komen zij aan in Westerbork. Terwijl de meesten van hun transport de volgende dag naar Auschwitz werden gedeporteerd, konden zij nog anderhalf jaar in Westerbork blijven. Uiteindelijk volgde op 5 april 1944 transport naar Theresienstadt. Dit transport bestond voornamelijk uit min of meer geprivilegieerde Joden die in de meeste gevallen hun privilege ontleenden aan hun vroegere bijdrage aan het Duitse Rijk, bij voorbeeld veteranen uit de Eerste Wereldoorlog, maar ook personen die een leidinggevende functie hadden binnen het kamp of er andere belangrijke werkzaamheden hadden verricht. Het is niet duidelijk waaraan de Silberbergs hun privilege te danken hadden.
Bij uitzondering bestond het treingedeelte voor Theresienstadt niet uit goederenwagons, maar uit personenwagons.
Het regime in Theresienstadt was naar verhouding mild, vergeleken met andere concentratiekampen. In februari 1944 was de SS begonnen aan een opfleuringscampagne om het getto voor te bereiden op een bezoek van het Rode Kruis. Straten werden schoongemaakt, schijnwinkels en een school werden opgericht. Gevangenen werden gestimuleerd om culturele activiteiten te ondernemen. De leefomstandigheden verbeterden enigszins. Volgens een overlevende: "De zomer van 1944 was de beste tijd die we in Terezín hadden. Niemand dacht aan nieuwe transporten."
In augustus en september 1944 werd een propagandafilm opgenomen die bekend werd als "De Führer geeft de Joden een stad", maar deze werd nooit verspreid. Wellicht zijn de Silberberg’s ter plekke getuige geweest van de filmopnames.
Een half jaar na aankomst in Theresienstadt, op 9 oktober 1944, is het echtpaar op de trein gezet naar Auschwitz. Hier werden zij na aankomst op 11 of 12 oktober 1944 direct vermoord.
Hun zoon Richard Heinz was aanvankelijk Den Haag achtergebleven, maar dook later onder, werd verraden en kwam in juli 1944 ook in Westerbork terecht, Vandaar werd hij gedeporteerd naar Auschwitz en overleed op 35-jarige leeftijd bij een dodenmars van Auschwitz naar Mauthausen.
Ferdinand Silberberg en Lilly Silberberg-Schmitt zijn vermeld op het Monument voor Vrede en Vrijheid in Leidschendam-Voorburg, omdat zij na jarenlang in Voorburg gewoond te hebben onvrijwillig naar een andere gemeente moesten verhuizen. Zij hebben behalve voor hun huis in Voorburg ook een Stolperstein in Gouda, waar zij onvrijwillig de laatste periode voorafgaande aan hun deportatie hebben gewoond.