Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Moses van Bueren | Rotterdam | 31-05-1886 | Auschwitz | 31-1-1943 | 56 | |||||
Roza van Bueren-Toronczik | Den Haag | 14-09-1889 | Auschwitz | 5-10-1942 | 53 | |||||
Isaac van Bueren | Rotterdam | 2-4-1913 | Schöppinitz | 28-2-1943 | 29 | |||||
Eleonora van Bueren | Rotterdam | 22-9-1920 | Auschwitz | 5-10-1942 | 22 | |||||
Menko van Bueren | Rotterdam | 25-5-1922 | Schoppinitz | 28-2-1943 | 20 |
Het gezin Van Bueren verhuisde in 1928 van Rotterdam naar Stompwijk. Stompwijk werd in 1938 bij Leidschendam gevoegd en zo werden de gezinsleden inwoners van Leidschendam. Inmiddels behoort de Westvlietweg tot het grondgebied van Den Haag.
Moses, Maurits genoemd, van Bueren was behalve koopman en schilder ook ‘tegelfotograaf’. Hij trouwde in 1907 met de rooms-katholieke Antonia C. M. Aalbers, maar dit huwelijk liep na twee jaar uit op een scheiding, kinderloos. In 1911 hertrouwde Maurits in Rotterdam met de van oorsprong Russisch-joodse Roza Toronczik. Met haar kreeg hij drie kinderen, Isaac, Eleonore en Menko. Het gezin was weliswaar van oorsprong Joods, maar behoorde niet tot een kerkgenootschap.
Zoon Isaac (29) van Bueren hield zich beroepsmatig bezig met email fotografie, het aanbrengen van foto’s op keramische materialen. Zoon Menko (20) was kantoorbediende.
Het hele gezin Van Bueren is op 30 september 1942 in Westerbork aangekomen. Op de registratiekaarten van de Joodse Raad van de gezinsleden staat de afkorting ‘o A’. Dit betekent dat het gezin zich gemeld heeft ‘ohne Aufruf’, dus zonder voorafgaande oproep.
Twee dagen na aankomst in Westerbork, op 2 oktober 1942, zijn zij op de trein gezet naar Auschwitz. Moeder Roza en dochter Eleonora zijn direct na aankomst in dit vernietigingskamp op 5 oktober 1942 naar de gaskamers geleid.
Vader Maurits van Bueren is op 31 januari 1943 in Auschwitz omgebracht. Zes weken eerder, op 14 december 1942, had hij vanuit Auschwitz-Birkenau nog een brief geschreven aan zijn directe buurman Klaas Vink, die op de Westvlietweg 33 woonde. Klaas Vink was aanvankelijk onderwijzer, maar werd daarna parlementair redacteur voor o.a. de Nieuwe Haagsche Courant. Daarnaast was hij gemeenteraadslid van Leidschendam. Hij overleed als slachtoffer van de oorlog in augustus 1943. De inhoud van de brief is niet bekend, maar uit de registratiekaart van Roza van Bueren-Toronczik is af te leiden dat het een verzoek betrof om een Sperre voor haar te verkrijgen. Klaas Vink kon daarin wellicht bemiddelen. Begin januari 1943 kwam er een schriftelijke reactie uit Londen, bestemd voor Roza van Bueren-Toronczik. Die reactie bevatte een aanvraagformulier dat weer naar Londen moest worden opgestuurd. Het is tragisch dat deze poging om een Sperre voor (de oorspronkelijk buitenlandse) Roza te verkrijgen plaats vond op een moment dat Roza al drie maanden eerder, op 5 oktober 1942, was vermoord. Haar echtgenoot Maurits was daar klaarblijkelijk niet van op de hoogte toen hij ruim twee maanden later, op 14 december 1942 de hulp inriep van zijn buurman Klaas Vink.
De broers Isaac en Menko zullen deel hebben uitgemaakt van de zogenaamde Coseltransporten, wat inhield dat zij onderweg naar Auschwitz als ‘Arbeitsfähige’ uit de trein zijn gehaald en zijn overgebracht naar het werkkamp Schoppinitz (thans een wijk van het Poolse stadje Katowice). Hier zijn beide jongemannen eind februari omgebracht of bezweken onder de zware arbeidsomstandigheden.