Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Judith Fresco | Den Haag | 08-03-1891 | Sobibor | 9-4-1943 | 52 |
Judith Fresco was een alleenstaande dienstbode. Zij was de op twee na oudste dochter uit het gezin van de Haagse huisschilder Israël Fresco, een gezin met vijftien kinderen. Beide ouders en drie kinderen waren voor de oorlog al overleden. Slechts één zus en één broer van Judith, Grietje en Aaron, hebben de oorlog overleefd, negen broers/zussen zijn in de Holocaust omgebracht.
Judith zal hebben ingewoond bij het half-joodse echtpaar P. van Diepeningen en V. Koekoek dat ook op de Van Heurnstraat 58 woonde. Dit echtpaar komt voor op een lijst met namen van Joodse inwoners van Voorburg die de burgemeester in opdracht van de Duitse autoriteiten heeft opgesteld. Op de lijst is aangetekend dat de man niet-Joods was.
Judith zal zijn ondergedoken, want bij haar aankomst in Westerbork op 2 april 1943 wordt zij direct in een strafbarak geplaatst. In een dergelijke barak komen meestal degenen terecht die vanuit de onderduik zijn opgepakt. Judith wordt – zoals gebruikelijk bij onderduikers – op het eerstvolgende transport gezet naar Sobibor. Bij aankomst in het vernietigingskamp wordt zij direct vergast.