Mietje Pool-Cappel,  Grietje Swart-de Beer,  Koningin Wilhelminalaan 144 (van 1942 tot 1945: Admiraal de Ruyterlaan 144)

Mietje Pool-Cappel,  Grietje Swart-de Beer,  Koningin Wilhelminalaan 144 (van 1942 tot 1945: Admiraal de Ruyterlaan 144)

Naam   Geboorteplaats   Geboortedatum   Overleden   Datum overlijden   Leeftijd
Mietje Pool-Cappel  Amersfoort 29-04-1872 Sobibor   16-4-1943   70
Grietje Swart-de Beer Rotterdam 15-05-1878 Westerbork   7-3-1943   64

Mietje Cappel was gehuwd met Charles de Beer (1874-1906). Hij overleed in 1906 op 32-jarige leeftijd. Ze kregen twee kinderen: Bernard Jakob en Suzanna. Bernard, fabriekschef, vertegenwoordiger en koopman woonde in de jaren vóór de oorlog in Amersfoort is in 1944 in Auschwitz omgebracht. Suzanna de Beer was stenotypiste en woonde vanaf 1937 bij haar moeder Mietje in Voorburg. Zij ging eind 1942 de onderduik in en overleefde de oorlog. In 1985 overleed zij in Amsterdam op 82-jarige leeftijd. 

Na het overlijden van haar man Charles de Beer hertrouwde Mietje Cappel in 1916 met de veehandelaar en commissionair Philippus Pool. Philippus Pool was toen al weduwnaar van Helena Cappel(1), de zus van Mietje Cappel. Maar ook Philippus overleed in 1928 na een huwelijk van 12 jaar met Mietje. Hij werd slechts 58 jaar. 
Na het overlijden van Philippus is Mietje in 1930 naar Amsterdam verhuisd, De Lairessestraat 144. Zeven jaren later kwam ze met haar dochter Suzanna in 1937 vanuit Amsterdam naar Voorburg. 

In de loop van 1942 dook Mietje onder in Den Haag, in de Reinkensstraat 19 (zijstraat van de Laan van Meerdervoort), op nr. 19, een overvolle flat boven een winkel. Er verbleven daar méér dan 20 onderduikers op drie kamers. Helaas werd in de nacht van 22 op 23 maart 1943 een gerichte razzia gehouden waarbij 24 onderduikers, waaronder Mietje Pool-Cappel, zijn opgepakt. Later is gebleken dat de onderduikers zijn verraden.
In de Reinkenstraat herinnert een monument de inwoners van Den Haag aan de razzia.

Op 1 april 1943 komt Mietje aan in Westerbork. Ze wordt in een strafbarak geplaatst wegens onderduiken. Volgens de registratiekaart van de Joodse Raad wordt zij een dag later, op 2 april, in het ziekenhuis van het kamp opgenomen. Maar nog geen twee weken later vertrekt haar trein naar Sobibor, waar ze direct wordt vergast, 70 jaar oud.

Op hetzelfde Voorburgse adres woonde sinds 1 mei1941 ook Grietje Swart-de Beer(2), kantoorbediende en weduwe van Bernard Swart (1884-1937), handelsreiziger in Den Haag. Zij woonde in 1938, na het overlijden van haar man, nog op de Amalia van Solmsstraat 82 in het Haagse Bezuidenhout. Zij zal zijn ingetrokken bij Mietje Pool-Cappel, die al een paar jaar op de Koningin Wilhelminalaan woonde. 
Volgens Kamp Westerbork was het laatste woonadres van Grietje het Rusthuis Herzberg, een liberaal-israëlitisch pension, Van Eeghenstaart 57, Amsterdam. 
Grietje is op 9 februari 1943 in Kamp Westerbork aangekomen en daar na een maand, op 7 maart 1943 overleden, 64 jaar oud. Twee dagen later is zij op de Joodse begraafplaats in Assen begraven.

 

(1) Zie ook Jacobson – Dr. Beguinlaan 14

(2) Geen familie van Charles de Beer, de eerste overleden man van Mietje Cappel

De tekst op de plaquette luidt: 'DE HERINNERING AAN DE DODEN IS VOOR HEN EEN TWEEDE LEVEN’
Het monument in de Reinkenstraat 19 te Den Haag. Ontwerper Loek Bos liet zich leiden door het motief van een boodschappenbriefje als symbool voor de vergankelijkhei
De tekst op de plaquette luidt: 'DE HERINNERING AAN DE DODEN IS VOOR HEN EEN TWEEDE LEVEN’ Het monument in de Reinkenstraat 19 te Den Haag. Ontwerper Loek Bos liet zich leiden door het motief van een boodschappenbriefje als symbool voor de vergankelijkhei