Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Salomon Blits | Amsterdam | 24-5-1923 | Sobibor | 2-7-1943 | 20 |
Salomon (Sal) Blits was een zoon van Simon Blits en van Marie Blits-Speelman, die respectievelijk in 1941 en 1942 in Den Haag zijn overleden. De website Joodsmonument.nl en de registratiekaart van de Joods Raad administratie van Kamp Westerbork geven bij zijn naam adressen in Den Haag: Weteringkade 139 en Van Reesstraat 62. Volgens de Oorlogsgravenstichting is zijn laatst bekende adres Koningin Wilhelminalaan 405a in Voorburg. Op dit adres woonden tot eind maart 1943 Louis en Rachel Konijn die eind maart 1943 op dit adres zijn opgepakt. Wellicht is Sal na het overlijden van zijn vader in februari 1942 ingetrokken bij de familie Konijn. De woning met huisnummer 405 was waarschijnlijk ook leeg. Daar waren in de voorafgaande winter de leden van het gezin Abrahamse gevlucht naar België, nadat zij eerder hun huis in Den Haag hadden verlaten voor woonruimte op de Koningin Wilhelminalaan 405. Tevens woonden klasgenoot Elie Davidson en hun leraar Leon Goudsmit dichtbij op de Laan van Nieuw Oosteinde 436 resp. de Koningin Wilhelminalaan 426.
Sal Blits zat in het cursusjaar 1941-1942 in de zesde klas van het Gymnasium alfa van het Joods Lyceum in Den Haag. Hij legde in 1942 met goed gevolg het eindexamen Gymnasium alfa af. Hij was een typische alfa-leerling: op zijn eindlijst prijken naast zessen voor wiskunde uitsluitend zevens, achten en negens. Een hele prestatie tegen de achtergrond van het verlies van zijn ouders die beiden zo kort tevoren waren gestorven.
Met ingang van 1 september 1941 mochten Joodse kinderen slechts scholen bezoeken die uitsluitend voor Joodse leerlingen waren bestemd. In alle delen van het land werden scholen voor Joodse leerlingen opgericht. Aan deze scholen mochten alleen Joodse docenten worden aangesteld. In Den Haag werd op 15 oktober 1941 het Joods Lyceum in de Fisherstraat 135 geopend. Dit Joods Lyceum bleef bestaan tot 26 november 1942, waarna de school onder de naam Joodse School voor Voortgezet Onderwijs werd verplaatst naar de Bezemstraat. De school bleef bestaan tot 15 april 1943.
Op 2 juli 1942 ontving Sal het getuigschrift van de Rector en de leraren van het Joodsch Lyceum waarmee hij bekwaam werd verklaard om te studeren aan ‘een universiteit in de faculteiten der godgeleerdheid enz.’. De oorlogssituatie bepaalde zijn levenslot anders.
Sal meldde zich bij de Joodse Raad om daar zijn diensten aan te bieden. Zo werd hij nog in dezelfde maand juli 1942 assistent magazijnmeester, chef stationsdepot bij de stationsdienst van de Joodse Raad op de Prinsengracht in Amsterdam en verwierf daarmee een ‘Sperre’, een (voorlopige) vrijstelling van deportatie.
Deze bescherming tegen deportatie duurde nog geen jaar. Op 20 juni 1943 vond in Amsterdam een grote razzia plaats, waarbij duizenden Joden werden opgepakt en naar Westerbork werden gestuurd. Hieronder bevond zich ook Salomon Blits. Vier dagen later werd hij op transport gezet naar Sobibor, waar hij op 2 juli 1943 werd vermoord. Exact één jaar na de ontvangst van zijn toegangsbewijs voor de universiteit.
Salomon Blits
Joods Lyceum Den Haag, 13 juli 1942 (eindexamenklas)
Op de foto o.a.:
- Salomon Blits, Weteringkade 139, DH (24-5-192 Achterse rij uiterst links op de foto, met linkerarm gebogen;
- Eliazar Andries Davidson, Laan van NOE 436 (04-04-1921 Soerabaja – 30-09-1942 Auschwitz)Voorste rij op de grond, tweede van rechts op de foto;
- Leon Goudsmit, K.W.-laan 426 (leraar Frans, 33 jaar); Tweede rij, zittend, derde persoon vanaf rechts.
Er zaten meer leerlingen op het Joods Lyceum die op het Sijtwende monument zijn vermeld, o.a. Sidney John Waisvisz, Molenwijkstraat 8; hij werd 15 jaar.