Stoppelige baard | 17 april 1948
Ook bijna drie jaar na de oorlog was er nog steeds rantsoenering van allerlei producten. De tekst in bijgaand bericht ‘Mannelijke personen geboren in 1930 of eerder, die niet in bezit zijn van een tabakskaart QA 802‘ maakt duidelijk dat: 1) alleen mannen die niet een tabakskaart QA 802 bezaten recht hadden op een rantsoen scheerzeep (je krijgt de indruk dat de meeste mannen die tabakskaart blijkbaar wel hadden en dus rookten), 2) je pas vanaf je 18e geacht werd je met scheerzeep te moeten scheren, en 3) iedere volwassene (nog) beschikte over een TD (Tweede Distributiestamkaart).
Slechts onder die voorwaarden kon men een rantsoen scheerzeep in ontvangst nemen, althans bij inlevering van bonnen die men dan weer eerder had moeten ophalen bij het Centraal Uitreiklokaal (in de Vlietstraat) op de genoemde uren. Als die mannen een baan hadden, moesten ze gelet op die tijden wel iemand anders sturen om de bonnen op te halen.
Kortom, ook in april 1948 was een stoppelige baard waarschijnlijk nog lastig te voorkomen.